maandag 3 januari 2011

Zeldzame vogel



De eerste zondag van dit jaar was niet alleen zeer aangenaam wat het weer betreft, maar voor ons ook nog eens heel bijzonder. We struinden 's middags door de Waterleidingduinen en op een gegeven moment vloog er een grote roofvogel over ons heen, die wat op een buizerd leek, maar iets kleiner was: een havik, hoorden we. Alsof dat nog niet bijzonder genoeg was, stuitten we nog geen vijf minuten later op een groep mensen die allen hun camera's met telelenzen op één punt richtten: een klein. zwart-wit vogeltje aan de overkant van het smalle, stromende kanaal. Het bleek een in ons land zeer zeldzame zwartbuikwaterspreeuw te zijn. Ik probeerde er ook een paar foto's van te maken, maar helaas heb ik maar een klein, eenvoudig cameraatje zonder telelens, dus de kwaliteit is niet zo fraai.

De 'gewone' waterspreeuw (Cindrus cindrus) komt in Nederland weinig voor, maar de zwartbuikwaterspreeuw (Cindrus cindrus cindrus), die hiervan een ondersoort is, nog veel minder. Dit was dus wel een zeer bijzondere ontmoeting. Het is in Europa de enige zangvogel die volledig aan het water is aangepast. Hij heeft afsluitbare ogen en neusgaten en kan zich onder water razendsnel voortbewegen met gebruik van zijn poten en vleugels. De zwartbuikwaterspreeuw komt vooral voor in Scandinavië. De vogels jagen onder water op insecten kleine visjes.
Dat is op dit YouTube filmpje van BrandesEric goed te zien:



De wippende bewegingen van het vogeltje zijn ook karakteristiek voor deze soort.

woensdag 15 december 2010

Vredige meerkoeten

Foto © H. Reemeijer
In de nacht van 27 op 28 november had het voor het eerst dit najaar gevroren. Op de plassen lag een laagje ijs en de geparkeerde auto's waren bedekt met rijp. De zon scheen die dag, en na de lunch maakten we een wandeling door het Westerpark.

Langs de kant van de Haarlemmervaart was een groepje meerkoeten vredig aan het grazen.

Meerkoeten en vredig? Ik dacht terug aan zomerse taferelen, waarin paartjes meerkoeten hun territorium fel verdedigden tegen soortgenoten. Maar ook eenden die nietsvermoedend te dicht bij het nest kwamen, moesten het ontgelden en zelfs grotere vogels, zoals meeuwen, werden luid schreeuwend en dreigend verjaagd.

De vredige aanblik van de grazende meerkoeten liet me weer eens duidelijk zien hoezeer het leven van deze vogels beïnvloed wordt door de seizoenen.

woensdag 28 juli 2010

Waarom zijn de kastanjebomen zo bruin?


Ik liep laatst over het Van Bossepad in Amsterdam, waar veel paardenkastanjes staan. Het viel me op dat de bladeren bruin waren. Toen ik beter keek, zag ik lichtere en donkerder vlekken van onregelmatige vorm. Ik had geen camera bij me, dus liep door. Thuisgekomen keek ik in mijn boek Pests and Deseases en zag dat de vlekken konden duiden op een aanval van de paardenkastanjemineermot, Cameraria ohridella, die pas sinds 1985 in Europa voorkomt en waarschijnlijk uit Azië afkomstig is.




Vanmiddag liep ik er weer en nu gewapend met een camera. Ik nam een blad mee naar huis om alles beter te kunnen onderzoeken. Er waren duidelijk blaasjes te zien waarin rupsen zaten of hadden gezeten. Een ervan opende ik voorzichtig met een speld. En wat zag ik? Een hooguit 3 mm lange pop in een ronde cocon, met zijn laatste rupsenhuidje nog naast hem. Vlak bij de rand van het blad zag ik vervolgens iets bruins uitsteken: de resten van een uitgekomen pop.



Ik las dat deze mot kan overleven bij temperaturen tot -23°C en dat er tussen voorjaar en najaar wel drie generaties per jaar kunnen voorkomen. Omdat hier bijna geen natuurlijke vijanden van deze motten voorkomen, zullen de paardenkastanjes het zwaar te verduren krijgen.

maandag 19 juli 2010

Rare boom (2) en zwermende mieren









De rare boom is weg! Op 14 juli verleden jaar had ik het over de rare boom op de Brouwersgracht in Amsterdam - een iep waarschijnlijk - die zo dicht bij een hekje stond, dat hij eroverheen groeide. Klik hier om dat verhaal te lezen en de boom te zien. Gisteren liepen we toevallig weer langs die plek en wat zagen we tot onze schrik? De boom was weg, afgezaagd! Alleen een stompje was er nog van over, zoals je op de foto kunt zien. Ach, wat jammer.


Terwijl ik dit schrijf, zittend in de zon in de brede dakgoot die als balkon dienstdoet, vliegen de vliegende mieren mij opeens om de oren. Enkele vrouwtjes landen zelfs met een klein mannetje nog aan haar vast (ze paren in de lucht). Het blijkt erg moeilijk om ze samen digitaal vast te leggen, want het vrouwtje beweegt te veel en de mannetjes laten heel snel los. Vandaar deze wat bewogen foto.

Terugkijkend naar verleden jaar, zie ik dat ze dit jaar precies 14 dagen later zwermen.

donderdag 17 juni 2010

Onechte rupsen

Op een dag zaten er zomaar ineens allemaal gaatjes in enkele bladeren van onze framboos. Wat bleek? Aan de onderkant van de bladeren waren kleine rupsjes aan het vreten. We plukten een blad waarop veel rupsjes zaten af en stopten het in een plastic bak met wat vochtig keukenpapier. Waarom? Omdat we wilden weten wat er uit de rupsjes zou komen, logisch toch? Telkens als een blad vrijwel opgevreten was, legden we er een nieuw bij.

Uiteindelijk verpopten de rupsen. Twee maakten een gezellige tweepersoons cocon, zoals je op de foto kunt zien. En wat kwam eruit? Nee, geen vlinders, maar kleine, zwarte 'vliegjes': het waren bladwespen. Dat zijn wespen zonder de welbekende wespentaille.














Aan de rupsen is het goed te zien dat het geen echte rupsen zijn, oftewel larven van vlinders, maar zogenaamde bastaardrupsen. Je kunt dat zien aan het aantal paren schijnvoetjes. De echte rups heeft er hooguit vijf, deze rupsjes hebben er een stuk of negen! De schijnvoetjes zijn de kleine uitstulpingen aan het achterlijf, die na de pootjes komen.

Omdat er erg veel soorten zwarte bladwespen zijn, heb ik geen idee hoe de onze heet.

dinsdag 1 juni 2010

Correctie bij "mierentorentje" van 27 maart j.l.

Het torentje van zand dat we op 21 maart zagen, was helemaal niet door mieren gemaakt, maar door het vosje, een solitaire bij of zandbij. De mieren die we eruit zagen komen, hoorden daar niet thuis en waren inbrekers. Hoewel zandbijen solitair zijn, en ieder vrouwtje haar eigen nest graaft, worden de nesten vaak dicht bij elkaar gemaakt. Hetzelfde stuk grond kan in opeenvolgende jaren door dezelfde bijen gebruikt worden. Ieder nest is een verticale schacht in de grond met de ingang bovenin en heeft diverse zijkamers waar de bij nectar en stuifmeel opslaat als voedsel voor haar jongen.

Foto © James K Lindsey

Er bestaan veel soorten solitaire bijen die in het voorjaar en zomer op deze manier nesten bouwen in grasvelden of kale grond. Een algemeen voorkomende soort is Andrena fulva, die vosje wordt genoemd vanwege zijn roodbruine kleur.

woensdag 26 mei 2010

Hoera, overal afval!

Het is alweer een dag of tien geleden dat de staking van de vuilnisophalers in Amsterdam werd beëindigd. Op dat moment waren de bergen vuilniszakken en ander afval flink aangegroeid. Sommige vuilniszakken waren door vogels als kraaien en eksters opengescheurd of door kwajongens opengesneden. Afval dat niet meer in de overvolle afvalbakken paste kwam op straat terecht en raakte, samen met de uit de kapotte zakken losgeraakte rommel, op drift. Niemand was blij met de toenemende hoeveelheid vuilnis op straat, waarvan ook een deel in de grachten waaide.

Zei ik niemand?

Eén stelletje was daar juist heel blij mee: het paartje meerkoet dat net begonnen was met het bouwen van een nest in de gracht waaraan in woon. Dit nest werd gebouwd in een autoband die aan een boot hangt. Het mannetje sleepte, zeer enthousiast, grote hoeveelheden van de in het water drijvende plastic bekertjes, bakjes, zakjes en ander spul naar het nest, waar hij het aan het vrouwtje overhandigde. Op de een of andere manier slaagde zij erin het meeste in de autoband te krijgen en tot een kleurrijk nest te verwerken.

Zo zie je maar weer: wat de één afval of vuilnis noemt, vindt een ander juist prachtig materiaal om een kinderkamer mee te bekleden.