Afgelopen zaterdag zat ik rond half één 's middags zwak en ziek van de migraine op de bank met een rijstwafel belegd met appelstroop voor mijn neus: het eerste voedsel dat ik die dag naar binnen zou werken.
Ik had al een paar hapjes gekauwd en voorzichtig doorgeslikt, toen mijn vriend, die voor het raam naar buiten stond te kijken, uitriep: 'Hé, wat is dat?' Hij wees naar de grote iep die iets links voor zijn raam staat. 'Kijk eens, een specht!'
Om de vogel te kunnen zien, hoefde ik gelukkig niet op te staan. Op zijn aanwijzingen en na enig zoeken, zag ik hem ook. Warempel, het was een specht. Even zagen we iets roods onder zijn staart en toen vloog hij weg.
'Een grote bonte specht,' zei mijn vriend. 'Of misschien een kleine.' Hij pakte zijn vogelboekje erbij en samen besloten we dat het inderdaad een grote bonte specht moest zijn geweest, en wel een vrouwtje, want we hadden geen rode vlek op het achterhoofd gezien.
Wat bijzonder, dachten we, een grote bonte specht midden in de stad! Vandaag kwam ik er na wat speurwerk op het internet achter, dat deze vogels weliswaar voornamelijk in bossen leven, maar ook in parken en tuinen, eigenlijk overal waar groepen bomen staan, zelfs in de grote steden. Toch niet zo vreselijk bijzonder dus...
Maar voor ons wel, want nooit eerder hadden wij zo'n specht midden in de stad waargenomen, en dat nog wel zomaar vanuit mijn vriends woonkamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten